Home Nieuws Olympisch roeier Mechiel Versluis “Massage is onderdeel van het herstel na de training”

Olympisch roeier Mechiel Versluis “Massage is onderdeel van het herstel na de training” - Nieuws

Olympisch roeier Mechiel Versluis “Massage is onderdeel van het herstel na de training”

15 mei 2017
Twee keer in de week ligt roeier Mechiel Versluis op de massagebank in het olympische trainingscentrum in Amsterdam. Het liefst net na een training. Vandaag wordt hij toevallig door een vervanger van de twee vaste masseurs onder handen genomen. “Lekker de spieren los laten maken. Dat helpt bij het herstel”, zegt hij.

Heb je normaal altijd een vaste masseur?
“We hebben hier twee sportmasseurs. Dat zijn Gerrit Zoomer en Thijs Geurts. Die zijn er vier dagen in de week. Je kunt je inschrijven voor een behandeling. De ene keer zit ik bij de één, de andere keer bij de ander. En soms is er een vervanger. Het maakt me op zich niet zoveel uit wie me masseert, maar je merkt soms wel verschil. De een doet een bepaalde behandeling net iets anders dan
de ander. Ik vind het heel fijn dat we masseurs in huis hebben. Ik maak er veel gebruik van.”

Er is hier een aantal behandelkamers in het trainingscentrum. Dat ziet er professioneel uit. Is dat altijd al zo geweest?
“Ik train hier sinds 2010. Toen ging er alleen een masseur mee naar de grote wedstrijden, zoals EK’s en WK’s. Daarna gingen ze ook mee op trainingskamp en sinds een paar jaar kunnen we ook hier bij ze terecht. We hebben steeds meer mogelijkheden
om ons te laten masseren. Dat vind ik erg goed. Volgende week gaan we op trainingskamp en dan gaat er een masseur mee. Die is dan fulltime beschikbaar. Tijdens trainingskampen laat ik me om de dag masseren.”

Bezoeken al je teamgenoten de masseur?
“Niet iedereen. Sommige alleen na wedstrijden. Dan is het altijd vrij druk. Voor mij is het elke week twee keer vaste prik. Het liefst na een training. Meestal eet ik eerst even wat en daarna ga ik de behandelkamer in. Ik voel dat ik beter herstel door de massages.
Voor mij is het echt een onderdeel van het herstel. In de winter trainen we drie keer per dag. In het wedstrijdseizoen
twee keer. Dat is een flinke aanslag op je lijf. Ik merk dat ik door het losmaken van bepaalde spieren de volgende trainingen
beter aan kan.”

Wat voor behandelingen krijg je?
“Er zijn drie menu’s: rug en armen; achterkant, dus rug en achterkant benen; en benen voor en achter. Het liefst zou ik alles laten doen, maar we hebben meestal maar een halfuur. Dan heb ik liever dat één ding goed wordt gedaan dan alles half. Meestal wisselen we af. En soms voel ik dat ik ergens last van heb. Dan vraag ik of de masseur daar extra aandacht aan wil besteden.’’

Zoals?
“Ik heb soms last van mijn rug en nek. Ook is mijn heup vaak stijf. De massages helpen om alles losser te maken.”

Zie je de masseurs als onderdeel van het team?
“Zeker. Ze zijn ten eerste onderdeel van ons medische team. Ze werken samen met onze fysiotherapeut en de sportarts. Ze overleggen samen, zeker de fysio en de masseurs. Als je bijvoorbeeld bij de fysio komt met iets aan je rug, dan zet hij dat recht. Vervolgens zorgt de masseur ervoor dat de spieren eromheen los worden gemaakt. Onze masseurs houden zich verder bezig met de verzorging rondom wedstrijden. Ze zorgen bijvoorbeeld voor drinken op de steiger. Tijdens de race drinken we niet. We moeten zo min mogelijk ballast aan boord hebben. Het is zes minuten vol gaan. Dan heb je daarna wel dorst en wil je zo snel mogelijk drinken. De masseur
die mee is naar de wedstrijd, zorgt er dan voor dat we meteen kunnen drinken als we bij de steiger komen. Dat is superfijn.”

Hadden jullie ook een eigen masseur mee tijdens de Spelen in Rio de Janeiro?
“Ja, twee zelfs. Gerrit van Olst en Thijs Geurts. Er was een beperkt aantal accreditaties voor het Olympisch Dorp, dus maar één van hen mocht daar slapen. Er was een huis gehuurd vlak bij de olympische roeibaan. Daar verbleef de ander, samen met onze fysiotherapeut. Daar kon je op afspraak heen als je een behandeling wilde. Daarnaast was er een heel schema voor de massagebehandelingen na de races.”

In Rio won je brons met de Holland Acht. Ben je daar blij mee?
“Aan de ene kant wel. We hebben toch maar mooi een olympische medaille gewonnen. Er had meer in gezeten. We hebben niet ons beste roeien laten zien
in de finale en dat is heel jammer. Aan de andere kant was het wel goed dat onze basis blijkbaar zo hoog was, dat we op een mindere dag toch een medaille
konden winnen.”

Jullie wonnen de laatste wereldbekerwedstrijd vlak voor de Spelen. Waren de verwachtingen daardoor hooggespannen?
“Ja. We kwamen echt voor een medaille. Twee jaar voor Rio zijn we begonnen met de Holland Acht. Dat ging in het begin niet zo goed, maar we werden steeds beter. Die gewonnen wereldbeker gaf enorm veel vertrouwen. Daarom was het zo jammer dat we op de Spelen niet onze beste prestatie hebben geleverd.” “We hebben steeds meer mogelijkheden om ons te laten masseren. Dat vind ik erg goed”

Vlak de na wedstrijd lig je dan op de massagetafel. Wordt er dan gesproken over een goede of juist slechte race?
“Je bespreekt van alles. Soms lijkt het wel een peptalk op de tafel van de masseur. Dat is wel fijn, want hij heeft toch weer net een andere kijk op dingen. Onze masseurs werken met allerlei sporters, ook buiten het roeien. Als iets niet goed gaat, dan laat hij daar ook wel even zijn licht over schijnen, maar uiteindelijk zul je wat er misging tijdens een race toch echt met je teamgenoten moeten bespreken. Met hen zit je in de boot.’’

Je bent nu 29. Merk je aan je lichaam dat je ouder wordt? Sommige sporters zeggen dat ze op een gegeven moment minder herstellen van zware inspanningen.
“Dat merk ik nog niet. Misschien ben ik net wat minder explosief dan een paar jaar geleden, maar dat levert nog geen problemen op. Ik ben me wel bewuster
van mijn lichaam dan vroeger. Ik weet waar ik pijntjes krijg en wanneer ik te ver ga. Ik leer mijn eigen lijf steeds beter kennen en ook hoe ik me het best kan
laten behandelen. We trainen nu anders dan vorig jaar. Toen hebben we in de winter heel veel geïnvesteerd in kracht. Nu ligt de nadruk meer op duur. Dat is
een idee van de coach en komt mij wel goed uit. Ik zou dit jaar graag in de twee willen roeien en de wedstrijden in die boot duren wat langer dan in de acht.
Je bent immers maar met zijn tweeën, dus je gaat minder snel. In 2013 lag de nadruk ook meer op duurtrainingen. In dat jaar werd ik Europees en wereldkampioen
met de vier zonder. Ik heb dus goede herinneringen aan een voorbereiding met vooral duurtrainingen.”

Wil je door tot de Spelen van 2020 in Tokio?
“Dat weet ik nog niet. Ik wil in elk geval dit jaar nog roeien en het liefst in de twee. Ik heb in de vier en de acht al
medailles gewonnen. Het lijkt me erg leuk om ook in de twee internationaal te roeien. De coach bepaalt later in het
jaar wie in welke boot komt. Na de WK in oktober beslis ik of ik nog doorga met roeien. Dat hangt af van het niveau dat
we kunnen halen. Voor mijn lijf hoef ik in elk geval nog niet te stoppen. Ik voel me fit en herstel nog steeds goed van
de trainingen. Gelukkig ben ik ook niet vaak geblesseerd.”

Bron: Blad Sportmassage 2017 - Editie 1.
Door Tessa de Wekker